Перевод: с немецкого на нидерландский

с нидерландского на немецкий

С нидерландского на:
Немецкий
С немецкого на:
Нидерландский

vaste (zit)plaats

Толкование Перевод

1 Stammsitz

Stammsitz

〈m.〉

1 vaste (zit)plaats

2 hoofdkantoor ⇒ centrale, moederbedrijf

3 stamslot ⇒ voorvaderlijk landgoed

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Stammsitz
2 Sitz

Sitz

〈m.; Sitzes, Sitze〉

1 zitplaats ⇒ zetel, stoel, plaats

2 zitting 〈 van een stoel〉

3 zetel 〈 in college〉

4 zetel ⇒ woon-, verblijfplaats, residentie

5 zit, manier van zitten

6 model ⇒ pasvorm, snit, coupe

7 gat 〈 van een broek〉

8 〈 techniek〉 stoel

♦voorbeelden:

1    ein Stadion mit ansteigenden Sitzen • een stadion met oplopende zitplaatsen

〈informeel; figuurlijk〉 das riss mich nicht vom Sitz • daar was ik bepaald niet van onder de indruk

3    Sitz und Stimme im Vorstand • zitting en stem in het bestuur

4    mit ständigem Sitz • met een vaste woon-, verblijfplaats

6    das Kleid hat einen guten Sitz • de jurk heeft een goede pasvorm

¶    〈 informeel〉 auf einen, in einem Sitz • achter elkaar

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Sitz

Пометить текст и поделиться
Искать во всех словарях
Искать в переводах
Искать в Интернете

Поделиться ссылкой на выделенное